Paard

Paarden en ponies kunnen beschermd worden tegen een aantal ziekten, zoals influenza en tetanus, rhino-pneumonie, West Nijl virus en droes.

Omdat er op grote schaal geënt wordt tegen influenza, komt dit niet veel meer voor. Af en toe zien we dat dieren die in contact komen met het griepvirus de ziekte krijgen. Meestal gaat het dan om paarden die niet geënt zijn. De enting beschermt een jaar lang tegen influenza. Tetanus zit bij de meeste influenza entingen inbegrepen.

Een paard/pony mag worden uitgebracht op KNHS-wedstrijden als dit ooit de basisvaccinatie tegen influenza heeft gekregen en deze enting jaarlijks herhaald is.

• Deze basisvaccinatie bestaat uit twee entingen, die minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar moeten zijn toegediend (oftewel de enting moet tussen de 3 weken en 3 maanden na de eerste enting herhaald worden).
• vervolgens moet jaarlijks (binnen de 12 maanden) de vervolgenting gegeven zijn.
• een paard mag alleen deelnemen aan een wedstrijd als de laatste enting minimaal 6 dagen voor de wedstrijddag is gegeven

Wanneer blijkt dat de entingen niet of te laat zijn uitgevoerd of de registratie hiervan niet klopt, dan dient de basisenting opnieuw te worden toegediend en vervolgens jaarlijks de vervolgenting. Het is dus zaak goed bij te houden wanneer een dier weer geent moet worden. Zorg ervoor dat het entboekje klaarligt. Zo kunnen we voorkomen dat de registratie vergeten wordt.

kijk voor meer info op de site van de KNHS

Het Equine Herpes virus (EHV) kan drie ziektebeelden veroorzaken. De ontsteking van de luchtwegen (rhinopneumonie) is de meest voorkomende vorm. Deze vorm veroorzaakt verkoudheid (ontsteking van de voorste luchtwegen, waarbij paarden kunnen gaan snotteren en gaan hoesten).
Bij fokmerries zien we nogal eens abortus door een infectie van de vruchtvliezen. De derde vorm komt weinig voor. Gelukkig maar, want deze ernstige vorm van rhino veroorzaakt zenuwverschijnselen en is meestal dodelijk.

Om uw paard / pony te beschermen tegen luchtwegontsteking door het rhino-virus dient het eerst een basisvaccinatie te krijgen (een enting, na een maand herhalen). De enting werkt een half jaar.

De uitgebreidere enting beschermt uw paard tegen alle vormen van rhino. Deze enting bestaat weer uit een basisvaccinatie (een enting, na ong. een maand herhalen). Ook deze enting werkt een half jaar. Om fokmerries tegen besmettelijk verwerpen (abortus) te beschermen, wordt geadviseerd om ze te laten enten tijdens de 5e, 7e en 9e maand van de dracht. De werkzaamheid van de enting wordt vergroot als alle merries in de groep geent worden.

Het West Nijl Virus veroorzaakt een ernstig ziektebeeld bij besmette dieren. Dieren die ziek zijn door West Nijl virus krijgen zenuwverschijnselen en zijn niet te genezen. Beschermen kan wel door uw dier te laten enten. Daarnaast kunt u het risico op besmetting verkleinen door uw dier in te sprayen met een vliegenspray.

Wil u fokken met uw merrie? Ook dan kunt u bij ons terecht. Wij zorgen er dan voor dat uw merrie rondom de hengstigheid begeleid wordt, oftewel we zullen door rondom de hengstigheid te scannen het optimale inseminatiemoment te bepalen. 17 of 18 dagen na de inseminatie zullen we de merrie controleren op drachtigheid.

Bij paarden komen meerdere wormsoorten voor. Paarden, pony’s en ezels moeten daarom regelmatig ontwormd te worden. Tijdens de weideperiode adviseren we om elke 6 weken mest onderzoek te laten uitvoeren. Aan de hand van de uitslag kunnen we beoordelen of uw paard weer ontwormd moet worden. Bij het opstallen kan een paard het best ontwormd worden met een sterkere injector, die meerdere soorten wormen en de horzellarven aanpakt. Vooral veulens en enters zijn erg gevoelig voor worminfecties.

Worminfecties kunnen zorgen voor vermageren, een slechte groei en een dorre vacht. Daarnaast kunnen worminfecties heftige koliek veroorzaken, diarree, bloedarmoede, enz.

Om te bepalen of het wel echt nodig is om uw paard te ontwormen kunt u een vers mestmonster langsbrengen. Dit wordt dan onderzocht op de aanwezigheid van wormeieren of andere darmparasieten.

Een goed gebit is voor paarden en ponies nog belangrijker dan voor mensen. Paarden halen hun energie voor een groot deel uit ruwvoer (hooi, kuil, gras). Om de
energie hieruit te halen, moet dit sterk vermalen worden. Een goed gebit is dus belangrijk.
Als een paard proppen maakt van het voer, is het gebit niet goed. Er kunnen haken op de kiezen zitten of scherpe randen aan de kiezenrij. Vooral oudere paarden hebben vaker een afwijkend gebit. Door het gebit te laten controleren en te behandelen kan een paard weer goed kauwen en zal het niet vermageren. De ingreep stelt meestal niet zoveel voor en is in een kwartiertje uitgevoerd.

Bij een aantal paarden en ponies controleren we jaarlijks het gebit. Dit doen we dan bijvoorbeeld bij de jaarlijkse enting.

Problemen met het rijden (geen goede aanleuning krijgen of verzet tijdens het inbuigen) kan te maken hebben met de aanwezigheid van wolfstanden. Deze kleine tandjes zijn door een dierenarts redelijk eenvoudig te verwijderen.